Onlangs heb ik mijn master behaald in de Religiewetenschappen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Daarop ben ik apentrots, maar wat vooral mooi is, is dat de studie me zoveel heeft gebracht. Ik begon puur vanuit interesse. Tijdens de pre-master kwamen alle grote godsdiensten voorbij, maar ook vakken als filosofie en sociologie. En telkens staat daarbij de vraag centraal staat: wat doet de mens met religie/spiritualiteit? En wat doet religie/spiritualiteit met de mens?
Aanvankelijk gaf ik nog yogales en ergerde ik me vaak aan de vele aannames die in de yogawereld rondgingen over de eeuwenoude technieken en tradities, die vaak klakkeloos worden aangenomen. Veel van de ideeën over de yoga zoals wij die kennen, zijn ontstaan in de 2e helft van de 19e eeuw. Daarover wilde ik meer weten.
Maar er was ook een negatieve aanleiding om de studie te gaan doen. Ik was net weg bij mijn uitgever, met mijn manuscript liep het niet lekker, het voelde alsof ik een stuk van mijn identiteit kwijt was. Mijn schrijverschap liep als het ware doelloos rond.
In die periode bedacht ik door de studie Religiewetenschappen geestelijk verzorger te kunnen worden. Zingeving en levensverhalen waren altijd al mijn ding geweest, en dat zou ik zo kunnen combineren. Maar het liep natuurlijk anders, want plannen zijn voortdurend in beweging.
Arjan Post, redacteur, hielp me mijn manuscript weer op te pakken en te herschrijven, literair agent Marianne Schönbach nodigde me na het lezen van de eerste 50 pagina’s nog dezelfde dag uit, en in 2021 verscheen Mijn moeder wil mijn naam niet weten bij Nieuw Amsterdam, een uitgever waar ik me meteen thuis voelde.
Madame Blavatsky
Ondertussen, een coronacrisis en een zware hersenschudding verder, had ik bedacht dat geestelijk verzorger niet echt iets voor mij was, en had ik mij ingeschreven voor de master Religiestudies.
Wie had ooit gedacht dat ik zoiets zou studeren en het nog boeiend zou vinden ook? Vakken als ritualistiek, Christian Spirituality, De Dode Zee rollen, spirituele diagnostiek, Material religion.
Het lijkt misschien een willekeur aan vakken, maar voor mij bleek in de papers waarmee elk vak werd afgesloten, wel degelijk een rode lijn te zitten en die komt samen in mijn eindscriptie: over transgenerationele overdracht, de verhalen (narratieven) die we onszelf en elkaar vertellen om het/ons eigen leven zin en betekenis te geven. Daarbij onderzocht ik hoe het begrip karma zich door de tijd heen ontwikkelde en hoe dat doorwerkt in de huidige theorieën over transgenerationele overdracht. Je ontkomt hierbij niet aan de 19e eeuw (een periode van klopgeesten, magnetisme, van de nieuwe theorie van Darwin). De tijd ook waarin de Russische madame Blavatsky (1831-1861) furore maakte, en de theosofische beweging die zij samen met Henry Steel Olcott (1832-1907) oprichtte. De impact die haar esoterische geschriften hebben op het huidige spirituele discours gaat veel verder dan ik ooit had kunnen denken.
Alles is karma 🙂
Paul van der Velde, hoogleraar Oosterse religies aan de Radboud Universiteit, inspireerde me om diep te graven in het leven van de Russische zieneres, en haar ideeën over groeps- en familiekarma te onderzoeken. Het waren mooie sessies waarin me volkomen duidelijk werd dat ik voorlopig nog niet klaar ben met Blavatsky en de 19e eeuw.
Op basis van mijn studie vond ik een parttime baan als redacteur bij het Instituut voor Oosters Christendom (IvOC) aan de Radboud universiteit en heb ik daarnaast genoeg tijd om te schrijven. En dat is nodig ook: want nu eerst verder met het manuscript waarin een stuk van mijn eigen familiegeschiedenis voorkomt. Misschien is het wel karma dat het zo moest lopen.
Recente reacties