In 1998 verbleef ik in het gastenverblijf De Slangenburg in Doetinchem en maakte per abuis kennis met zenmeditatie. In de nabijgelegen Sint Willibrordsabdij bleek een plek vrij te zijn gekomen in de groep die er een meditatieretraite volgde. De zenmeester was Ton Lathouwers. Hij instrueerde me hoe te zitten voor zazen (zitmeditatie) en hoe te lopen bij kinhin (loopmeditatie), met aandacht en met inzet van de ademhaling. Verder geen uitleg, louter ervaren. Wat mij aantrok was de eenvoud. Er gebeurde niets speciaals daar in het stiltecentrum. Toch bleef ik thuis mediteren, ’s avonds een kwartiertje, nadat ik mijn (toen nog jonge) kinderen naar bed had gebracht. Het was alsof ik me oplaadde om daarna met mijn schrijven aan de slag te gaan. Meditatie hielp me te focussen, minder te piekeren en zo ontstond er ruimte in mijn overvolle brein. Ik besloot vaker in retraite te gaan. Ik ging om alleen te zijn, om de stilte en stiekem ook om in mijn hoofd de plot voor een verhaal uit te denken, maar dat bleek niet de bedoeling. Niet lang daarna verscheen mijn eerste fictieboek.
Kleurrijk en onmogelijk
Aan deze periode dacht ik terug toen ik onlangs voor een artikel het verband tussen adem en schrijven verder wilde uitdiepen en een fragment tegenkwam waarin dit haarfijn wordt weergegeven. Ik las het in Limonov van Emmanuel Carrère, een biografie over de avantgardistische ‘enfant terrible’ van de Russische literatuur.
De dissidente dichter Edward Limonov (1943), is een zowel onmogelijk als kleurrijk figuur. Hij werd in 1974 de Sovjet-Unie uitgezet, belandde in New York waar hij aan de zelfkant van de samenleving leefde, maakte furore met opruiende romans als Ik ben het Eddy en De Russische dichter houdt van grote negers, woonde als linkse intellectueel in Parijs, streed mee met de ultrarechtse huurlegers in de Servisch-Kroatische oorlog en keerde terug naar Rusland waar hij zich aansloot bij de oppositie tegen het regime van Poetin. Maar Poetin is niet gediend van oppositie en Limonov belandde in een streng bewaakte gevangenis.
Dromen is geen meditatie
Hier leerde Limonov, te midden van zware criminelen, mediteren van pasja Ribki. Deze pasja was een ‘kolos met een kaalgeschoren knikker’ die er op zijn dertigste al tien jaar gevangenis op had zitten. Hij at geen vlees, dronk heet water in plaats van thee ‘en deed indrukwekkende yogaoefeningen,’ zo schrijft Carrère. ‘Aanvankelijk gaat Limonov met gesloten ogen in lotushouding op zijn brits zitten, maar zodra hij de techniek onder de knie heeft, merkt hij dat hij overal kan mediteren, in alle discretie (…) onder de ochtendlijke vloeken van de begeleiders leert Edward zich in zichzelf terug te trekken en het gebied te bereiken waar hij buiten bereik is, rust vindt.’
Hij werd overgeplaatst naar een werkkamp waar het credo luidde: werken om te werken. Limonov voerde zijn taken, absurde schoonmaakklussen, met akelige precisie uit. Uren achtereen poetste hij wc-potten tot ze glansden als nooit te voren. Hij merkte dat hij bij het uitvoeren van deze monotone, repetitieve taken vanzelf begon te dromen. Carrère: ‘De pasja had hem hiertegen gewaarschuwd: dromen is exact het tegengestelde van mediteren. Het is een geestelijke ruis waarvan de meeste mensen zich niet eens bewust zijn, ook al gaat het om de ergste vorm van energie- en tijdverlies. Om eraan te ontsnappen telt Edward zijn ademhalingen, rekt ze, concentreert zich op de weg die lucht aflegt van zijn neusgaten tot zijn onderbuik en terug, of hij zegt gedichten op die hij uit het hoofd kent en focust zijn aandacht op elk vers, of –en dat gebeurt het vaakst – hij schrijft. In zijn hoofd natuurlijk, zoals Solzjenitsyn dat vijftig jaar eerder heeft gedaan: hij voltooit zin na zin, paragraaf na paragraaf, hoofdstuk na hoofdstuk, leert alles gestaag van buiten en verbetert zo dagelijks de prestaties van een sowieso al indrukwekkende harde schijf.’
Oproep!
Limonov gebruikt meditatie om te schrijven, om zijn geheugen te trainen zodat hij de zinnen en de woorden waarmee hij de verhalen van zijn medegevangenen in wilde weergeven, wist vast te houden. Beter kun je bijna niet verwoorden hoe ademhaling/meditatie en schrijven op elkaar inwerken. Ik ben op zoek naar scenes van of over andere schrijvers over de wisselwerking tussen meditatie en schrijven. Dus bij deze doe ik eens een oproep: gezocht scenes over ademen/meditatie en schrijven!
Recente reacties