Over feit en fictie in mijn nieuwste roman Mijn moeder wil mijn naam niet weten
Pal nadat in mijn roman Mijn moeder wil mijn naam niet weten, het portret van de vader van Esther van de muur valt, krijgt Esther te horen dat haar vader is overleden.
‘Is dit echt gebeurd?’ vraagt mijn redacteur. ‘Anders is het gewoon too much.’
Waar gebeurd, maar ik begrijp haar vraag. In een verhaal waar al zoveel onwaarschijnlijke dingen gebeuren, moet je de waarheid doseren. Zelfs al is dit verhaal in de romanvorm gegoten.
In een eerdere versie toen ik deze dramatische familiegeschiedenis in non-fictie wilde weergeven, omdat ik bang was dat mensen het anders niet zouden geloven, stond een scène over Esther die bij het sterfbed van haar moeder een hand op haar voorhoofd legt en zich realiseert dat ze haar moeder voor het eerst aanraakt. Dat kan niet, zei mijn toenmalige redacteur: ‘Het kan niet waar zijn dat een dochter pas op haar 65e voor het eerst fysiek contact heeft met haar moeder.’ Het is de beginscène van mijn roman geworden, en er is geen woord van verzonnen. Dat ik het boek hiermee open heeft overigens niets met deze redacteur te maken, maar dit fragment is tekenend voor de rest van het verhaal over een moeder die niets van de drie kinderen uit haar eerste huwelijk wilde weten.
Mijn roman verscheen half september en ik heb al tal van mooie recensies ontvangen. Wel zie ik dat sommige recensenten (NRC en Hebban) worstelen met de vraag wat waar is en wat niet? Kort gezegd komt het hierop neer: de feiten kloppen, maar de personages heb ik op basis van de informatie die ik heb gevonden, zelf ingevuld, ik laat ze praten, dialogen voeren, uitbundig en verdrietig zijn. Waargebeurde fictie of faction. Een genre dat zeker niet nieuw is maar waar we blijkbaar niet zo goed mee uit de voeten kunnen.
Ook de DNB recensent schreef een positieve recensie met een ‘maar’, namelijk dat dit boek niet zoveel toevoegt aan alles wat al gepubliceerd is over de Tweede Wereldoorlog. Is dat zo? Er is inderdaad meer geschreven over musici in de oorlog, maar ik ken geen verhaal waar een van de musici kon doorspelen (Lies, de celliste) en de ander (Juliusz, de Joodse operazanger) niet. En waar in een roman las ik over sterilisatie van gemend gehuwden? Verplichte sterilisatie was een voorwaarde om vrij te komen uit Westerbork voor een gemengd gehuwde (medio 1943). Dit soort feiten kun je niet veranderen en eerlijk gezegd, niet eens verzinnen. Toen Esther haar verhaal vertelde in het radioprogramma Nooit meer slapen en uitlegde dat de sterilisatie bij haar vader bewust niet correct was uitgevoerd en zij daardoor geboren kon worden, kwam er meteen een tweet met de volgende strekking: ‘Dit kunnen we naar het rijk der fabelen verwijzen.’
Nee tweeter, evenmin als we WO II in Nederland in 1942 kunnen laten beginnen (behalve als het om absurdistisch proza gaat) kun je met deze feiten sjoemelen. De waarheid is nog altijd weerbarstiger dan literatuur, maar wordt in literatuur werkelijkheid. Zie daar mijn keuze voor fictie.
En dat werd weliswaar niet mijn eerste boek, maar dus wel mijn romandebuut. Libris – Vol van Boeken 10-2021 – Pagina 98-99 (publitas.com)
Recente reacties