De waarheid verzin je niet – workshop schrijven met gedetineerden (2)

By | Blog

Collega-schrijfster, Eva Vriend,  begeleidt een schrijfgroep in de gevangenis (PI) in Lelystad. Dit doet ze voor de stichting Blocknotes, een prachtig initiatief van schrijfster Christine Otten, met als doel  creatief schrijven in te zetten ‘voor empowerment en talentontwikkeling van mensen in de gevangenis’. Eén keer per jaar mag een schrijfdocent een gastschrijver uitnodigen, dit keer was de eer aan mij. Een workshop intuïtief schrijven waarbij je richt op je ademhaling, associatief te werk gaat en samen met taal gaat spelen en puzzelen.

Op advies van Eva heb ik ter introductie van mezelf eigen werk meegenomen (´Ze willen ook graag weten wat je ermee verdient.´), waaronder een paar jeugdboeken.

Jara en de magische tol (Leopold, 2001) ligt boven op de stapel.

‘Die heb ik gelezen,’ roept D. uit. Hij weet nog precies het detail te benoemen dat tijdens het draaien van de tol de tijd terugging.

Het ontroert me, het boek verscheen toen D. een jaar of tien moet zijn geweest en hij kan zich dergelijke details herinneren.

Ook De strijd om de watertoren (Leopold, 2004) kent hij.

Een jeugdroman waarvoor een plan van een Amsterdamse wethouder aan de basis lag.

Die wethouder wilde destijds luxe bungalows plaatsen in de duinen.

Ik had bedacht dat daar nog een oude man woonde, die niet weg wilde en dat zijn kleindochter en haar vriendje voor hem in de bres sprongen en ontdekten dat er een systeem van corrupte ambtenaren achter zat. Uiteraard overwonnen de kinderen het kwaad met een bezetting van de watertoren (dat een viersterrenrestaurant had moeten worden).

Ik vertel de cursisten dat er een kleine twee jaar later een groot artikel in de Volkskrant verscheen over een projectontwikkelaar die luxe bungalows in precies dat gebied wilde neerzetten. ´Hoe komt een projectontwikkelaar aan de Zandwaaier, een prachtig en vrij toegankelijk terrein midden in de Noord-Hollandse Kennemerduinen? En hoelang kunnen Haarlemse families nog met hun kinderen naar het bezoekerscentrum van het gebied, en naar de lokale sterrenwacht?´ vroeg journalist Merijn Rengers zich begin 2006 af.

‘Als schrijver verzin je de waarheid niet,’ vertel ik de mannen. ‘Die openbaar je.’

‘Precies.’ zegt D. ‘Ik vertel de aanklager mijn waarheid, maar die ziet dat gewoon anders. Zij hebben hun eigen waarheid, maar ik ben echt de enige die precies weet hoe het is gegaan.’

 

N.B. het Wed en het Bezoekerscentrum in de Kennemerduinen zijn gelukkig nog steeds toegankelijk voor iedereen.

 

Wil je ook weten wat dat is: intuïtief schrijven? Doe dan een keer mee met de Magische Pen sessies (zie onder de knop ‘Workshops’)

Intuïtief schrijven ´met beperkingen´

By | Blog

Collega-schrijfster Eva Vriend  begeleidt een schrijfgroep in de gevangenis (PI) in Lelystad. Dit doet ze voor de stichting Blocknotes, een prachtig initiatief van schrijfster Christine Otten, met als doel creatief schrijven in te zetten ‘voor empowerment en talentontwikkeling van mensen in de gevangenis’. Eén keer per jaar mag een schrijfdocent een gastschrijver uitnodigen, dit keer was de eer aan mij.

Ik ken Eva nog uit de tijd dat we beiden bij uitgeverij Balans zaten, zij werkte aan een boek over gezinsverzorging, en ik aan De Woonschool, over opgroeien in een gezin van zwakbegaafde ouders, onder toezicht van een batterij hulpverleners. Vergelijkbare onderwerpen. Het is alweer aardig wat jaar geleden, Eva heeft daarna vooral naam gemaakt als auteur op het gebied van de Zuiderzee, ik ben de kant van de familieverhalen en de voorouders opgegaan, en we zijn elkaar altijd blijven volgen.

Ik was prettig verrast toen ze mij vroeg een workshop intuïtief schrijven te verzorgen voor haar cursisten: gevangenen in een PI. Maar ik had toch even onderschat wat dat betekende. Ik vond het spannend, niet omdat ik voor een groep ‘zware jongens’ zou staan, maar omdat je maar moet hopen  dat je opdrachten ook hier aanslaan. Waarvoor de mannen zaten wist ik niet, maar zouden ze er wel voor open staan om met hun ogen dicht of geloken, handen op de buik, hun ademhaling te volgen, waarna ze minutenlang achter elkaar zonder te stoppen zouden schrijven?

Eva verzekerde me dat dit geen probleem zou zijn.

Maar toen ik de opdrachten eens doorkeek die ik in de loop der jaren heb bedacht en vergaard, zonk de moed me bijkans in de schoenen. Alles leek te gaan over vrijheid, over buiten zijn en daarvan was ik me zeer bewust. Kun je een opdracht geven als ‘Waar kom ik vandaan?’ of op de betekenis van geweldloosheid of tevredenheid (hoe kun je tevreden zijn, als je vrijheid beperkt is?) ingaan.

‘Dat kunnen ze prima aan,’ zei Eva.

Ik vond het dus vooral spannend of mijn oefeningen zouden aanslaan – Eva deed ook mee – gelukkig ging het wonderbaarlijk goed. Op de oefening ‘Welk dier ben jij?’ kwam: een condor (M.) omdat die voor vrijheid staat en overzicht heeft als hij hoog in de lucht zweeft; een tijger (I.) of nee toch liever een vis, die ook voor vrijheid staat en snel kan wegkomen; een mier (D.) omdat die 3x zijn eigen lichaamsgewicht kan dragen, een schakeltje is in een groot netwerk waarin iedereen zijn taak heeft, en omdat hij zo slim is; een wolf (J.) die deel uitmaakt van een roedel, maar ook graag alleen is en een geitje (Eva) omdat die sociaal is, empathisch, en in de wei bij paarden wordt gezet vanwege de rustgevende invloed. Zo mooi vond ik dat, ieder nam een dier waar hij/zij zich senang bij voelde, een dier dat stond voor buiten, voor verlangen, voor controle, voor familie en vrijheid, voor empathie.

D. kwam te laat, maakte voortdurend grapjes en scherpe opmerkingen. In een andere gevangenis had hij al meditatie gedaan, voor hem waren de ademoefeningen niets bijzonders. Hij deelde de cel met een van de andere jongens, die bezig was met zijn autobiografie. Eva drukte hem op het hart om vaker dan alleen in de les aan zijn manuscript te werken, maar of hij dat oppikt? Je weet nooit wat er blijft hangen van wat je wilt meegeven, maar we hebben even de ruimte genomen daar om op een andere manier te schrijven, we wisselden ervaringen uit en hadden vooral lol. De tijd vloog om. Precies om 11.29 klopte een cipier op de deur. Nog een minuut, dan moeten jullie echt weg. Gewoonlijk mag ik graag Goethe citeren: ´In de beperking toont zich de meester.´ Maar die vlieger ging hier niet op.

 

Op 5 februari a.s. beginnen weer de online schrijfsessies De Magische Pen (zie onder de knop ‘workshops’ of meld je aan: info@christeljansen.nl)

 

Openingsafbeelding: Stepping stones ©Twan Straten

Over karma, en waarom ik religiewetenschappen studeerde

By | Blog

 

Onlangs heb ik mijn master behaald in de Religiewetenschappen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Daarop ben ik apentrots, maar wat vooral mooi is, is dat de studie me zoveel heeft gebracht. Ik begon puur vanuit interesse. Tijdens de  pre-master kwamen alle grote godsdiensten voorbij, maar ook vakken als filosofie en sociologie. En telkens staat daarbij de vraag centraal staat: wat doet de mens met religie/spiritualiteit? En wat doet religie/spiritualiteit met de mens?

Aanvankelijk gaf ik nog yogales en ergerde ik me vaak aan de vele aannames die in de yogawereld rondgingen over de eeuwenoude technieken en tradities, die vaak klakkeloos worden aangenomen. Veel van de ideeën over de yoga zoals wij die kennen, zijn ontstaan in de 2e helft van de 19e eeuw. Daarover wilde ik meer weten.

 

Eerste boek over de Zonnegroet door body builder Kolar Venkatesch Iyer.

Maar er was ook een negatieve aanleiding om de studie te gaan doen. Ik was net weg bij mijn uitgever, met mijn manuscript liep het niet lekker, het voelde alsof ik een stuk van mijn identiteit kwijt was. Mijn schrijverschap liep als het ware doelloos rond.

In die periode bedacht ik door de studie Religiewetenschappen geestelijk verzorger te kunnen worden. Zingeving en levensverhalen waren altijd al mijn ding geweest, en dat zou ik zo kunnen combineren. Maar het liep natuurlijk anders, want plannen zijn voortdurend in beweging.

Arjan Post, redacteur, hielp me mijn manuscript weer op te pakken en te herschrijven, literair agent Marianne Schönbach nodigde me na het lezen van de eerste 50 pagina’s nog dezelfde dag uit, en in 2021 verscheen Mijn moeder wil mijn naam niet weten bij Nieuw Amsterdam, een uitgever waar ik me meteen thuis voelde.

Madame Blavatsky

Ondertussen, een coronacrisis en een zware hersenschudding verder, had ik bedacht dat geestelijk verzorger niet echt iets voor mij was, en had ik mij ingeschreven voor de master Religiestudies.

Wie had ooit gedacht dat ik zoiets zou studeren en het nog boeiend zou vinden ook? Vakken als ritualistiek, Christian Spirituality, De Dode Zee rollen, spirituele diagnostiek, Material religion.

Het lijkt misschien een willekeur aan vakken, maar voor mij bleek in de papers waarmee elk vak werd afgesloten, wel degelijk een rode lijn te zitten en die komt samen in mijn eindscriptie: over transgenerationele overdracht, de verhalen (narratieven) die we onszelf en elkaar vertellen om het/ons eigen leven zin en betekenis te geven. Daarbij onderzocht ik hoe het begrip karma zich door de tijd heen ontwikkelde en hoe dat doorwerkt in de huidige theorieën over transgenerationele overdracht. Je ontkomt hierbij niet aan de 19e eeuw (een periode van klopgeesten, magnetisme, van de nieuwe theorie van Darwin). De tijd ook waarin de Russische madame Blavatsky (1831-1861) furore maakte, en de theosofische beweging die zij samen met Henry Steel Olcott (1832-1907) oprichtte. De impact die haar esoterische geschriften hebben op het huidige spirituele discours gaat veel verder dan ik ooit had kunnen denken.

 

Alles is karma 🙂

Paul van der Velde, hoogleraar Oosterse religies aan de Radboud Universiteit, inspireerde me om diep te graven in het leven van de Russische zieneres, en haar ideeën over groeps- en familiekarma te onderzoeken. Het waren mooie sessies waarin me volkomen duidelijk werd dat ik voorlopig nog niet klaar ben met Blavatsky en de 19e eeuw.

Op basis van mijn studie vond ik een parttime baan als redacteur bij het Instituut voor Oosters Christendom (IvOC) aan de Radboud universiteit en heb ik daarnaast genoeg tijd om te schrijven. En dat is nodig ook: want nu eerst verder met het manuscript waarin een stuk van mijn eigen familiegeschiedenis voorkomt. Misschien is het wel karma dat het zo moest lopen.

 

Het schrijversleven (1)

By | Blog

Dit jaar ging de vakantie naar Zuid-Engeland, een regio die al een tijdlang op de verlanglijst van Frank en mij stond, niet alleen vanwege het subtropisch klimaat (er groeien echt palmbomen), maar wat mij betreft vooral ook vanwege de natuur die zoveel schrijvers inspireerde.

Het Zoutpad

Waar je ook in Zuid-Engeland ronddoolt, je ontkomt niet aan die ruige kusten en de smalle paden die over de hoge rotspartijen voeren. Aan de kanaalkant, de onverbiddelijkheid van de witte krijtrotsen; aan de oceaankant, de moors (met bloeiende heide, we hadden geluk). We liepen stukken van dit kustpad – the South West Coast Path -, tegenwoordig ook bekend als het Zoutpad, de titel van het boek dat Raynor Win schreef naar aanleiding van de voettocht over het meer dan duizend kilometer lange pad dat ze samen met haar man Moth. Noodgedwongen weliswaar omdat ze hun huis uit waren gezet vanwege een vriend die hen financieel had belazerd. Je ziet het boek voor je: Moth die traag omhoog loopt over het smalle pad, met zijn zware rugzak, failliet, zwoegend, met een akelige ziekte onder zijn leden. Wij liepen er in de volle zon, met een frisse oceaanwind die verkoeling bracht, omringd door het gekrijs van de meeuwen – ik ben opgegroeid aan de kust en dat voelt altijd als thuiskomen -, maar Moth en Raynor zwoegden voort onder alle weersomstandigheden. Hoe moet dat zijn geweest als je niet wist waar je ’s avonds je tent op zou zetten, of je wel  te eten had en ergens welkom zou zijn omdat de mensen je voor een stel zwervers hielden?

En toch, als je stap voor stap vordert over het coastal path, soms laverend op steile rotsen, genietend van de oneindigheid van de oceaan, van de ruimte die de natuur in je binnenste weet te scheppen, dan begrijp je dat het belopen van dit pad wel een helende werking móet hebben (spoiler: Moths ziekte nam af naarmate ze verder liepen.)

 

Hardy’s Tess

In Dorset namen we een kijkje in de cottage waar de negentiende-eeuwse schrijver Thomas Hardy (1840-1928) zijn jeugd doorbracht. Deze omgeving bleek een bron van inspiratie voor veel van zijn werken, en overal waar je liep zag je details of voorvallen uit zijn romans. De tuin vol tijm, rozemarijn, rozen en vlinders (ja, zo idyllisch was het) vormde een oase binnen de dichtbegroeide bossen. In de salon van de cottage lag een viool die symbool stond voor de muzikaliteit van de Hardy-familie. Als het even kon werden de instrumenten voor de dag gehaald, bij familiebijeenkomsten maar ook tijdens kerkdiensten – dat leek me vooral een vrolijke boel – tot de dominee verliefd werd op een organist en de muzikale begeleiding nog uitsluitend aan haar overliet (dit laatste detail vertelden ze tijdens de rondleiding in de cottage, en dat zou zo zijn weergegeven in een van Hardy’s romans, ben vergeten welke). Muziek werd uit het hoofd gespeeld, volksdeuntjes, kerstliederen, ‘engelachtige’ klanken in Tess of the d’Urbervilles. Aan de basis van deze roman lag trouwens de publiekelijke ophanging van een vrouw (Martha Brown), die haar man zou hebben vermoord. Deze gebeurtenis inspireerde de zestienjarige Thomas tot het schrijven van Tess. Hardy stond bekend als een auteur die de sociale omstandigheden aan de kaak stelde (en werd daarom ook verguisd door de aristocratie). In Cornwall bij Boscastle (aan de andere kant van de kust) ontmoette de schrijver zijn vrouw Emma. Het schijnt niet een al te gelukkig huwelijk te zijn geweest, maar Emma inspireerde hem wel om zijn werk als architect op te geven en zich volkomen op het schrijven te richten. Eeuwige roem voor Emma, dus.

Uiteraard – je ontkomt er bijna niet aan – herlas ik in dit gebied The mists of Avalon, de kaskraker van Marion Bradley die vanaf het verschijnen in de jaren tachtig nog steeds herdrukt en gelezen wordt. Maar daarover een andere keer meer.

Wat mij boeide was wat schrijvers inspireerde en hoe dat gereflecteerd werd in hun werk: al schrijvend onderzochten zij hun leven, en inspireerden daarmee weer anderen.

 

SCHRIJVEN VANUIT INSPIRATIE / DE CURSUSSEN

Vanuit het principe van schrijvend onderzoeken ontwikkelde ik de cursus Schrijf je helder, waarbij je door intuïtief te schrijven, aan de hand van tien leefregels (uit de yoga), inzicht krijgt in wat jou inspireert en hoe jij dat kunt vormgeven in jouw leven. De cursus Schrijf je helder heb ik onlangs geheel herzien en bestaat nu uit elf online lessen (via Zoom) van een uur. Na een inleidende les over het belang van intuïtief/meditatief schrijven, gaan we aan de slag met de leefregels.

Een nieuwe cursus start op: 2 februari 2023.

Kosten 325 euro (incl. hand-out), bij voorinschrijving vóór 1 november 295 euro.

 

Nieuw: de cursus INTUÏTIEF SCHRIJVEN

Bij de cursus intuïtief schrijven:

  • Leer je onderscheiden welke stemmen er in je praten
  • Ga je zien wat je werkelijk drijft
  • (Her)ontdek je de bronnen die jou inspireren.
  • Leer je weer vertrouwen te hebben in wat er op jouw pad komt
  • Kom je weer terug bij je intuïtie
  • Houd je plezier in het schrijven

 

In deze cursus maken we gebruik van narratieve technieken als dialoog, perspectief, conflict, beeldspraak en zintuigelijk schrijven, zo kun je het gesprek met jezelf aan gaan. Maar de leidraad blijft het schrijvend volgen van je intuïtie. En dat kan verrassende inzichten geven en nieuwe creativiteit aanboren. Verder werken we met visualisaties, ademtechnieken en uiteraard weer met speelse schrijf- en taaloefeningen. De cursus Intuïtief schrijven is geheel online (via Zoom) en bestaat uit vijf lessen.

Data: donderdagavond: 6 en 13 oktober en 3, 10 en 17 november, van 20.00 tot ca. 21.30 uur.

N.B. Volgend voorjaar is de cursus ook op locatie in Nijmegen.

 

Tot slot: begin februari 2023 is er een driedaagse schrijfretraite in de inspirerende bosrijke omgeving van Groesbeek. Meer info: Workshops – Christel Jansen | Schrijver

 

En niet te vergeten: De magische pen – elke eerste dinsdag van de maand, een uurtje geïnspireerd schrijven – met de hand, dat dan weer wel. De prijs voor deze online lessen is verlaagd naar 10 euro per keer. We beginnen op 6 september. Meld je aan door mij een mailtje te sturen.

 

Over inspiratie, de agenda vrijmaken en ‘plotten’

By | Blog

Toen ik met mijn vorige boek in een fikse schrijfdip zat – zie mijn eerdere blogs – en besloot om de waargebeurde familiegeschiedenis te gaan fictionaliseren, nam ik een redacteur in de hand: Arjan Post. Hij zei me om onbevooroordeeld te gaan schrijven. ‘Je bent vrij,’ zei hij, ‘schrijf wat je wilt, fictie of non-fictie.’

Die zin zette bij mij een knop om. Ik sprak hem er later nog eens op aan, maar hij was die zin helemaal vergeten. Zo gaat dat, soms inspireer je iemand met een schijnbaar loze opmerking, die voor jou vanzelfsprekend is.

 

Plotten

Laatst was ik bij collega schrijver Mireille Geus, zij heeft naast haar eigen schrijfwerk een goedlopend bedrijf als schrijfcoach. Ze begeleidt mensen met hun verhalen of manuscripten, maar daarvoor kwam ik niet bij haar. We hadden een mooi gesprek, uiteraard over de liefde voor het schrijven en het geploeter, maar ook over hoe je jezelf in de markt zet. Wat mij vooral inspireerde was de concrete manier waarop ze over haar schrijverij sprak, ze heeft een lange termijnplanning  en maakt die ook waar. Ze legde me uit dat ze in haar agenda tot het einde van dit jaar tijd markeert wanneer ze gaat werken aan een boek en tijd vrij maakt om te ‘plotten’,  om de fundamenten van haar verhaal neerzetten. Dus zo kun je het ook aanpakken dacht ik, want langere termijn planning zit in mijn hoofd, maar concretiseer ik eigenlijk nooit in mijn agenda.

Vlak voor het gesprek met Mireille vertelde ik aan vrienden dat ik nog een paar onafgemaakte manuscripten heb liggen. ‘Ga er nu eens eerst een afmaken,’ droegen ze me op. ”Laat je verhaal niet zomaar stranden.’ Prompt streepte ik in mijn agenda weken af. Komende zomer moet het gebeuren. Het is gewoon een kwestie van jezelf serieus nemen.

 

Deurtje open

Mireille gaf haar coachingsbedrijf een nieuwe boost in de coronatijd, ik begon toen met lessen meditatief schrijven, die uitmondden in de cursus Schrijf je helder.  De werkwijze is niet nieuw (heel oud zelfs): je schrijft met pen en papier, waarbij je vertraagt en dat brengt rust in dat overvolle hoofd en leidt tot meer focus. Wat ik aan deze beproefde methode toevoeg is dat we werken aan de hand van een aantal van de universele concepten uit de yogafilosofie en andere spirituele stromingen– denk aan zaken als: enthousiasme, of hoe houd je het vuurtje gaande, geweldloosheid, passie en overgave. Al schrijvende volg je je eigen gedachten en kom je op een diepere laag terecht. En daarmee, merkte ik, inspireer ik op mijn beurt weer anderen, soms met een paar luttele woorden. Vaak weet ik ook echt niet meer wat ik zei, maar dan krijg ik terug: ‘Door jouw opmerking verdwenen er beren op mijn weg en ging er weer een deurtje open in mijn geest.’

 

Nieuwe inspiratie opdoen? In september start ik een nieuwe cursus Schrijf je helder, zowel online als op locatie in Nijmegen. Je kunt ook eerst een gratis proefles volgen, op: 12 mei en 15 juni van 20.30 – 21.30 uur.

De waarheid kun je soms gewoon niet verzinnen.

By | Blog

Over feit en fictie in mijn nieuwste roman Mijn moeder wil mijn naam niet weten

Pal nadat in mijn roman Mijn moeder wil mijn naam niet weten, het portret van de vader van Esther van de muur valt, krijgt Esther te horen dat haar vader is overleden.

‘Is dit echt gebeurd?’ vraagt mijn redacteur. ‘Anders is het gewoon too much.’

Waar gebeurd, maar ik begrijp haar vraag. In een verhaal waar al zoveel onwaarschijnlijke dingen gebeuren, moet je de waarheid doseren. Zelfs al is dit verhaal in de romanvorm gegoten.

In een eerdere versie toen ik deze dramatische familiegeschiedenis in non-fictie wilde weergeven, omdat ik bang was dat mensen het anders niet zouden geloven, stond een scène over Esther die bij het sterfbed van haar moeder een hand op haar voorhoofd legt en zich realiseert dat ze haar moeder voor het eerst aanraakt.  Dat kan niet, zei mijn toenmalige redacteur: ‘Het kan niet waar zijn dat een dochter pas op haar 65e voor het eerst fysiek contact heeft met haar moeder.’ Het is de beginscène van mijn roman geworden, en er is geen woord van verzonnen. Dat ik het boek hiermee open heeft overigens niets met deze redacteur te maken, maar dit fragment is tekenend voor de rest van het verhaal over een moeder die niets van de drie kinderen uit haar eerste huwelijk wilde weten.

Mijn roman verscheen half september en ik heb al tal van mooie recensies ontvangen. Wel zie ik dat sommige  recensenten (NRC en Hebban) worstelen met de vraag wat waar is en wat niet? Kort gezegd komt het hierop neer: de feiten kloppen, maar de personages heb ik op basis van de informatie die ik heb gevonden, zelf ingevuld, ik laat ze praten, dialogen voeren, uitbundig en verdrietig zijn.  Waargebeurde fictie of faction. Een genre dat zeker niet nieuw is maar waar we blijkbaar niet zo goed mee uit de voeten kunnen.

Ook de DNB recensent schreef een positieve recensie met een ‘maar’, namelijk dat dit boek niet zoveel toevoegt aan alles wat al gepubliceerd is over de Tweede Wereldoorlog. Is dat zo? Er is inderdaad meer geschreven over musici in de oorlog, maar ik ken geen verhaal waar een van de musici kon doorspelen (Lies, de celliste) en de ander (Juliusz, de Joodse operazanger) niet. En waar in een roman las ik over sterilisatie van gemend gehuwden?  Verplichte sterilisatie was een voorwaarde om vrij te komen uit Westerbork voor een gemengd gehuwde (medio 1943). Dit soort feiten kun je niet veranderen en eerlijk gezegd, niet eens verzinnen. Toen Esther haar verhaal vertelde in het radioprogramma Nooit meer slapen en uitlegde dat de sterilisatie bij haar vader bewust niet correct was uitgevoerd en zij daardoor geboren kon worden, kwam er meteen een tweet met de volgende strekking: ‘Dit kunnen we naar het rijk der fabelen verwijzen.’

Nee tweeter, evenmin als we WO II in Nederland in  1942 kunnen laten beginnen (behalve als het om absurdistisch proza gaat) kun je met deze feiten sjoemelen. De waarheid is nog altijd weerbarstiger dan literatuur, maar wordt in literatuur werkelijkheid. Zie daar mijn keuze voor fictie.

En dat werd weliswaar niet mijn eerste boek, maar dus wel mijn romandebuut. Libris – Vol van Boeken 10-2021 – Pagina 98-99 (publitas.com)

Over de invasie van de brasem, moederliefde en je ‘vrij’ schrijven

By | Blog

Elk jaar ergens eind mei, hebben we hier ‘de invasie der brasems’. Had ik nog nooit van gehoord voor ik op het water ging wonen. Hier in een inham van de Waal bij Nijmegen stromen de vissen jaarlijks massaal toe om kuit te schieten. Geen mens die zich dan nog in het water waagt. Duizenden vissen krioelen langs elkaar en schieten hun voorraad kuit af op de stenen aan de oever en de mannetjes plonsen daar overheen. Reigers staan aan de kant te loeren of er een behaphaar exemplaar tussen zwemt, de aalscholver duikt vaker onder dan gebruikelijk, op zoek naar lekkers.

Kuikentjes
Dat voortplanting een oerdrift is, weet iedereen, maar hier in de natuur word je er met je neus op gedrukt. Ook hoe verschillend daarmee wordt omgegaan. Neem de eend die bij ons in een hoge plantenbak op het dek broedde. Op een maandagmorgen zag ik zowaar tien kuikentjes uit de eieren kruipen. Moeder dook het water in, riep haar kinderen, de kuikentjes kukelden over de rand van de plantenbak en lieten zich vol vertrouwen in het water vallen. Vervolgens zag ik moeder met kinderen dagenlang niet meer, al wist een buurvrouw me te vertellen dat moeder eend snel alweer belaagd werd door twee mannetjes (en eenden seks is niet voor de poes). Pas drie dagen later zag ik haar langs zwemmen met nog maar drie jonkies. Een paar dagen later was er nog maar een over, uiteindelijk bleef ze moederziel alleen achter.
Nee, dan de Nijlgans. Moeders hoedt haar negen kinderen onder haar vleugels, vader staat er op het strandje op een afstand bij te kijken, gakkend naar elk ongewenst object dat zich te dicht in de buurt waagt. Dagelijks zwemt de familie langs, moeder voorop, vader achteraan. Niet één kuiken is verloren gegaan.
Mijn absolute favoriet is trouwens de fuut. Alleen al de manier waarop futen elkaar het hof maken, met hun kopjes langs elkaar heen draaiend en hun veren opstekend, om uiteindelijk met hun lange halzen een sierlijk hartje te vormen. En moeder fuut die met haar kinderen op de rug, veilig tussen haar vleugels, rondzwemt.

Moederliefde
Moederliefde, het lijkt zo vanzelfsprekend maar dat is het niet. In Mijn moeder wil mijn naam niet weten, de roman die komend najaar zal verschijnen bij uitgeverij Nieuw-Amsterdam, schrijf ik over een van de laatste taboes: een moeder die niet tot moederen in staat was, en vooral de kinderen die daar hun leven lang onder lijden. De moeder die ik beschrijf is zelfs zo beschadigd dat ze het bestaan van drie van haar kinderen ontkent.
Binnenkort meer hierover. Wat ik nu al wil vertellen is dat het optekenen van dit verhaal – gebaseerd op een waargebeurde familiegeschiedenis – een ongelofelijke zoektocht was.
Mijn grootste euvel was misschien wel dat ik het verhaal aanvankelijk waarheidsgetrouw, non-fictie, wilde opschrijven omdat het zo’n ongelooflijke geschiedenis is, dat ik vreesde dat niemand het zou geloven als ik het zou romantiseren. Maar het werkte op een of andere manier niet. Wel bij het verhaal van de kinderen, omdat die nog leven, mij vertrouwden en deelgenoot maakten. Omdat ik hun verhalen kon nazoeken en bevestigen. Maar om de moeder te kunnen doorgronden, die in 2010 overleed, moest ik me tot de fictie wenden. Eenvoudigweg omdat er te weinig informatie over haar jeugd was en ik haar op basis daarvan niet tot leven kon wekken op papier.

Voel je vrij
Nu ik het zo opschrijf, lijkt het allemaal zo eenvoudig, maar het was een ware ‘schrijfhel’ waar ik doorheen moest. Ruim een jaar kon ik het manuscript niet inzien, raakte er zelfs van in paniek. Ik ging schrijven met de hand, de morning-pages, een beproefde methode om je ‘los te schrijven’. Gaf workshops aan schrijvers en journalisten die net als ik vastzaten (of gewoon eens wat nieuws wilden proberen), verdiepte me in allerhande methodes die je energie losmaken, je creativiteit aanboren, huurde een redacteur in, zei dat ik mijn boek wilde fictionaliseren waarop hij riep: ‘Voel je vrij. Je hebt geen uitgever.’ Een zin van niets, die bij mij precies goed viel en een doorbraak betekende. Het boek komt er nu dus binnenkort. Maar uit deze crisis is nog iets anders heel moois voortgekomen. De cursus: Schrijf je helder!
In september gaat opnieuw een cursus van start. In vijf online lessen, leer je om middels korte meditaties en speelse schrijf- en taaloefeningen op een andere manier naar je eigen taal te kijken. Je gaat al schrijvend reflecteren en je zult merken dat je als vanzelf vertraagt en stiller wordt van binnen. Dit helpt je om beter te focussen, je helder uit te drukken, je eigen stijl te ontwikkelen en jezelf scherp(er) te zien. Mij heeft het veel opgeleverd en de deelnemers aan de vorige cursus ook.

Heb je interesse? In juni kun je meedoen met een introductieles.

Workshops – Christel Jansen | Verhalenonderzoeker

Schrijven om het schrijven: muziek op, ogen dicht en kijk wat er in je opkomt

By | Blog

De basis van de cursus Schrijf je helder is terug te voeren tot mijn jeugd.  Eerder gaf ik al workshops op het raakvlak van meditatie, yoga en schrijven, maar nu besloot ik het uit te breiden tot een cursus om meer de diepte in te kunnen gaan. Al is het alleen al omdat een schrijfoefening van een leraar in de vijfde klas van de lagere school mij blijvend wist te inspireren.

Als kind schreef ik schriften vol. Mijn toneelstukken werden opgevoerd in de aula, tijdens schoolreisjes vertelde ik ’s avonds in de slaapzaal verhalen, en om de spanning op te bouwen deed ik net of een personage uit mijn verhaal rondliep in de zaal of aan de deur klopte. Ik zette het volle licht van mijn schijnwerper erop. Natuurlijk was er niets te zien, dus deed ik of we pech hadden en sloeg een ander pad in met mijn griezelverhaal. Het mooiste was dat het doodstil werd in de slaapzaal, door het verhaal dat ik ter plekke verzon.

Ik schreef omdat ik het zalig vond in mijn eigen fantasiewereld rond te dolen, om me af te sluiten van de wereld en mijn eigen imperium om me heen op te bouwen. Schriften kladderde ik vol. Maar waar de verhalen over gingen? Ik zou het niet meer weten en ik kom er niet meer achter ook. Want toen ik op kamers ging wonen, gooide mijn moeder mijn schriften weg. 

Schrijven op muziek

Wat me wel is bijgebleven, is een schrijfles van meneer Van der Kolk, mijn leraar in de derde klas (de huidige groep 5). Een lange, beetje lijzige man met een ringbaardje, waar hij aan plukte vlak voor hij iets ging zeggen. Een leraar die het schrijven motiveerde, zoals meneer Campfens in de vierde klas oeverloos voorlas. Vooral uit Sjakie en de chocoladefabriek van Roald Dahl. We konden er geen genoeg van krijgen. Ik heb geluk gehad met zulke leraren, die aan de basis hebben gestaan van mijn professionele leven als schrijver.Ik moet een jaar of negen zijn geweest. Meneer Van der Kolk had pontificaal een pick-up neergezet in de klas. Hij droeg ons op onze handen voor de ogen te houden en te luisteren naar de muziek. Het was een klassieke muziekcompositie met veel hoge klanken. Welk stuk het was, heeft hij niet gezegd. Daar ging het ook niet om. We moesten luisteren, ogen dicht, en daarna meteen ons verhaal opschrijven. Ik dreef onmiddellijk weg, zonder nadenken stapte ik een andere wereld binnen. Mijn pen volgde mijn gedachten. Met schrijven ben ik nooit meer gestopt (nu dan vooral achter de PC) en muziek is me ook blijven inspireren.

Method writing

Bij elk boek hoort een bepaalde sfeer, met specifieke muziek. Tegenwoordig makkelijk te vinden via Spotify. Bij het werken aan de roman die dit najaar verschijnt, luisterde ik vaak naar cellomuziek. Ik ging zelfs op celloles om me beter in mijn hoofdpersoon – een celliste – in te leven. Method writing, als variant op method acting. Maar waar ik na anderhalf jaar van gestructureerd oefenen al blij ben als ik een mooie klank uit de cello haal, voel ik me in het schrijven volkomen vrij. Verhalen binnen laten stromen gebeurt zodra er ruimte is in mijn geest. En is die ruimte er niet, dan grijp ik terug naar de methode van meneer Van der Kolk: muziek op, ogen dicht, luisteren en kijken wat er opkomt. Soms is dat een verhaal, vaak ook gedachten die voorbijstromen en waar ik dan vol verwondering naar kan kijken. Schrijven om het schrijven. Daarnaast zijn er de meer ambachtelijke aspecten van het schrijven zoals structureren, een plot uitwerken, dialogen aanscherpen. Deze kneepjes leer je door veel te oefenen en hard te werken. Het maakt het vak boeiend.

Schrijven op muziek is een van de schrijftechnieken die aan bod komt in de cursus Schrijf je helder. Je gaat terug naar je bron, verkent je creativiteit. In de cursus combineren we schrijven met mediteren, maar we kijken ook hoe de gedachten werken in je hoofd, hoe je anders kunt kijken naar taal. Je leert op een speelse manier kijken naar jezelf. En dat geeft ruimte en helderheid. Laat je verrassen.

Interesse? Kijk dan op de bij Workhops of  Agenda wanneer er een nieuwe cursus van start gaat.

Je kunt me ook mailen: info@christeljansen.nl

Hoe corona me hielp zaken helder te krijgen

By | Blog

Voor mij maakte het coronajaar een aantal dingen duidelijk. Het voelde vooral als teruggaan tot de kern, doen waar ik goed in ben en waar mijn hart ligt. Allereerst tekende ik twee boekcontracten bij uitgeverij Nieuw Amsterdam en verschijnt daar komend najaar mijn roman Mijn moeder wil mijn naam niet weten. En al duurt het nog een paar maanden voor mijn boek er is (ook gevolg van corona, omdat het verschijnen van veel titels is uitgesteld), het voelt zo goed.

Vanwege de beperkingen die corona met zich meebracht, sloot ik na ruim 15 jaar mijn yogaschool: Terra yoga. Een besluit dat al in me lag te rijpen omdat het tijd was een vervolgstap te zetten. En zo startte ik met collega Stella van Dinten een nieuw initiatief: Prayag Meditatieopleidingen.

In Prayag combineer ik mijn passie voor meditatie met mijn ambacht, het schrijven.  In april gaat de cursus Schrijf je helder van start. In vijf online lessen, leer je om middels korte meditaties en speelse schrijf- en taaloefeningen op een andere manier naar je eigen taal te kijken. Je gaat al schrijvend mediteren/reflecteren en je zult merken dat je als vanzelf vertraagt en stiller wordt van binnen. Dit helpt je om beter te focussen, je helder uit te drukken, je eigen stijl te ontwikkelen en jezelf scherp te zien.

Voordelen: schrijven = mediteren

Waarom zou je meedoen met zo’n cursus? Uit diverse onderzoeken blijkt dat schrijven, in wat voor vorm dan ook, voordelen oplevert die vergelijkbaar zijn met meditatie: het vermindert stress en spanning, met de hand schrijven helpt je beter dingen  te onthouden en schrijven heeft net als meditatie een positief effect op je humeur, bloeddruk en immuunsysteem. Het kan zelfs werken als antidepressivum, iets waar veel mensen in deze turbulente tijd baat bij zouden hebben.

Maar plezier in het schrijven staat voorop.

In de cursus oefen je met nieuwe contexten en situaties. Ook als je al ervaring hebt met schrijven, kunnen deze inzichten je verder brengen en ga je mogelijk anders/frisser tegen je eigen teksten aankijken. Ik baseer de cursus deels op mijn eigen kennis en ervaring als auteur en journalist/tekstschrijver.

Voor meer informatie:

http://www.prayag.nl (site is nog onder constructie)

www.christeljansen.nl/workshops

‘We’ll meet again’, een schrale troost in tijden van Corona.

By | Blog

Een bijverschijnsel van de Corona crisis en de sociale isolatie is dat bij oude mensen de oorlog weer opspeelt. Ik merk het aan mijn moeder die nog net geen acht was toen de oorlog begon. ‘Natuurlijk is het nu anders,’ zegt ze. ‘We hebben telefoon (helaas is ze niet handig met de sociale media), licht en tv, maar toen moesten we ook zoveel mogelijk binnen blijven. Je wist niet hoelang het allemaal zou duren en welke maatregelen er nog zouden volgen. We betaalden honderd gulden voor een kilo appels.’

Toen was er sprake van een menselijke onderdrukker die selectief groepen vervolgde, nu een onzichtbaar virus dat geen onderscheid maakt in wie het treft.

Destijds was het heel ongewis hoe mensen zich gedroegen. Je behulpzame buurman kon zomaar bij de NSB zitten, of je zwager die uit zichzelf in het land van de bezetter ging werken. Anderen kozen juist voor het verzet. Oorlog als een virus dat ingrijpt op de menselijke geest.

In het manuscript dat ik onlangs afrondde, speelt de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol. Twee musici, hij joods en zij niet-joods, gemengd gehuwden die in de oorlog drie kinderen kregen. Zij kon ‘gewoon’ doorspelen en hij niet, collega-musici die verdwenen, of die zich bij de NSB aansloten om inkomen te genereren. Wie was goed en wie was kwaad? Wie kon je vertrouwen? Welk lot stond je joodse collega’s (en misschien ook jezelf) te wachten?

Dat de oorlog tot in zeker twee of drie generaties daarna nog doorwerkt, wordt ook duidelijk in mijn boek door het tragische verhaal van de kinderen van de musici, die een leven lang de naweeën van de oorlog voelden en nog voelen.

Elke keer als ik vluchtelingkinderen zie, op het beeldscherm of in de krant, vraag ik me dat af: hoelang zal de oorlog in hun en hun nazaten, nog voortleven?

Mijn moeder (2e van rechts) en haar vriendinnen na de oorlog.

Onlangs zong Hadewich Minis bij M de oorlogsklassieker ‘We’ll meet again’, van Vera Lynn. De Engelse zangeres die inmiddels 103 jaar is – ze werd in hetzelfde jaar geboren als mijn twee hoofdpersonen – en wiens naam voor altijd verbonden is met dit lied, maakt nu een revival van haar oorlogssong mee.

‘We’ll meet again,’ het lied dat symbool stond voor soldaten die in de Tweede Wereldoorlog naar het front vertrokken en de belofte dat ze hun geliefden ooit weer terug zouden zien.

Minis zong het krachtig, mijn moeder keek, was ontroerd en ontdaan. De oorlog kwam nog sterker binnen, de herinnering aan haar vader die in het laatste oorlogsjaar een longontsteking had, wiens grootste verlangen een witte boterham met boter en suiker was, de tulpenbollen die ze noodgedwongen moesten eten.

Mensen als mijn moeder, die de tachtig ruim gepasseerd zijn, in wiens hoofd oorlogsherinneringen rondspoken en die bezoek en hulp afhouden uit angst voor het gevreesde virus, mogen hopen dat ze ooit weer onbekommerd bij hun kinderen, kleinkinderen en vriendinnen langs kunnen. We’ll meet again. De onzichtbare Corona-vijand zorgde ervoor dat de allergrootste oorlogssong ever weer op de hitlijst kwam. Een schrale troost.