Mimi is acht en al heel beroemd.
Ze speelt prachtig cello.
Mimi is een wonderkind.
Het lijkt leuk om een wonderkind te zijn.
Mimi vindt van niet.
Ze heeft de naarste juf die er bestaat.
Ze mag nooit buiten spelen.
Ze mag nooit met een ander kind praten.
Tot ze op een dag moet optreden voor de prinses.